XC110 210g 2x2 Twill 3k Prepreg Koolstofvezel (1250mm)

Precies dat. Met slechts 2 lagen van 210g zou het echt geen verschil maken, maar bij meer lagen (zelfs inclusief het vervangen van de tweede laag door iets zwaarders) zouden we dat wel hebben gedaan.

Helaas hebben we geen prepregs op voorraad met een flexibele hars. De enige flexibele hars die we leveren is onze EF80 Flexibele Epoxyhars, die geschikt is voor natte laminering en vacuümzakprocessen.

Het komt vrij vaak voor dat huishoudelijke ovens slechts een laagst instelbare temperatuur van ongeveer 70°C hebben, dus u bent niet de enige, maar de temperatuur van de initiële 'dwell' is vooral belangrijk voor OOA (out of autoclave) prepregs en kan een behoorlijk effect hebben op de kwaliteit van de oppervlakteafwerking van het onderdeel, dus u moet mogelijk enig compromis accepteren als u de initiële 'dwell' niet nauwkeurig op 70°C kunt houden.

Aangezien de laagste temperatuur die u kunt instellen 76°C is (terwijl het doel 70°C zou zijn), zou ik gewoon aanraden om de standaard uithardingscyclus te gebruiken (of in uw geval de standaard 'geschakelde' uithardingscyclus, omdat u geen oploopsnelheid kunt instellen) en de rest hetzelfde te laten. Technisch gezien zou u de initiële 'dwell' kunnen verkorten omdat u een iets hogere temperatuur gebruikt, maar omdat de nauwkeurigheid en stabiliteit van een thermostatisch geschakelde huishoudoven niet geweldig is, kunt u beter iets langer uitharden dan nodig is, om het zekere voor het onzekere te nemen.

De standaard uithardingscyclus die is aangegeven op het technisch gegevensblad (die eindigt bij 120°C) zal de XC110 prepreg volledig uitharden en de maximale Tg van 115°C bereiken, en er is geen verdere uitharding of nabehandeling vereist.

Als u ervoor kiest om een van de uithardingscycli met een lagere temperatuur te gebruiken (opgenomen in de verwerkingshandleiding) die eindigen op een lagere maximumtemperatuur, dan moet u, hoewel de prepreg goed is uitgehard en bruikbaar is, deze nabehandelen op de volledige 120°C als u de maximale Tg (d.w.z. maximale gebruikstemperatuur) van 115°C wilt bereiken. Wanneer u een component buiten de mal nabehandelt, moet u een zeer langzame oploopsnelheid van omgevingstemperatuur tot 120°C gebruiken (maximaal 0,5°C per minuut) om het risico op vervorming te minimaliseren.

Het is de moeite waard erop te wijzen dat 100°C als maximale uithardingstemperatuur de oppervlakteafwerking enigszins kan aantasten in vergelijking met een uiteindelijke uithardingstemperatuur van 120°C, doordat de hars niet op dezelfde manier terugvloeit na de eerste inweektijd op lagere temperatuur (u kunt hierover meer lezen in de ‘XC110 Complete Processing Guide’, die u kunt downloaden op de productpagina).

Als u echter een temperatuur van 100°C nodig heeft voor de tweede fase van de uitharding, dan is de tijd voor deze fase 4 uur (al het andere blijft hetzelfde, volgens de standaard uithardingscyclus).

Onze XC110 OOA en XC130 Autoclaaf Component PrePreg en XA120 materiaal hoeven niet per se te worden verzonden in geïsoleerde / droogijs verpakte dozen, maar worden rechtstreeks vanuit onze vriezers verzonden, wat betekent dat het gedurende minstens de eerste 12-24 uur van de levering bevroren blijft. We hebben zelfs verschillende klanten in Azië en Australië/Nieuw-Zeeland die al lange tijd PrePreg in grote hoeveelheden bij ons kopen zonder problemen.

De 'out-life' van het materiaal (de cumulatieve tijd dat de PrePreg buiten de vriezer kan doorbrengen) is minstens 28 dagen bij 20°C - als zodanig zou u nog minimaal 20+ dagen bruikbare levensduur over moeten hebben bij aankomst. Zodra het materiaal bij u aankomt, kunt u het direct in de vriezer plaatsen om de resterende 'out-life' te behouden. In de meeste gevallen zijn de 28 dagen conservatief en in de praktijk krijgt u meer dan dit.

Het vermelde gewicht is het gewicht van het ruwe koolstofweefsel dat wordt gebruikt bij de prepreg-fabricage, wat in dit geval 210gsm is. Tijdens het toll-pregnation proces wordt 42% hars toegevoegd om een totaalgewicht van 362gsm te krijgen.

Deze stof is ongeveer 0.25mm dik na verwerking. Dit zal enigszins variëren, afhankelijk van de laminaatconsolidatie.

U hoeft de uithardingscyclus niet te wijzigen voor een typisch aluminium gereedschap dat wordt gebruikt met het XPREG XC110-systeem. De oploopsnelheden en de cyclus als geheel zijn ontworpen om rekening te houden met de energie die nodig is om zowel de prepreg zelf als de mal in een geschikt tempo te verwarmen.

Vanuit structureel oogpunt zijn beide zijden van de XC110 identiek en presteren ze hetzelfde. In cosmetisch opzicht heeft de kant tegen het backingpapier iets meer hars en is iets plakkeriger. Dit betekent dat het aanbrengen van die kant op de mal kan helpen om de cosmetische afwerking van het onderdeel enigszins te verbeteren.

Om de hechting van het prepreg-materiaal te verbeteren, beweegt u er voorzichtig een paar seconden een heteluchtpistool overheen, of houdt u het tussen twee gehandschoende handen. De lichte warmte zal helpen om de kleverigheid van het materiaal te verbeteren en het op zijn plaats te houden op de mal.

XPREG heeft een goede kleefkracht en zal dus aan een gepolijst maloppervlak blijven kleven. Het is niet nodig om het oppervlak dof te maken - dit is zelfs ongewenst omdat het afgewerkte onderdeel dan ook een doffe afwerking zal hebben. In koelere omgevingen kunt u de kleefkracht van de prepreg verhogen door deze licht te verwarmen met een heteluchtpistool.

Hoewel we het niet specifiek hebben getest, verwachten we geen problemen door het opslaan van XC110 prepreg bij -70°C. U zult echter begrijpen dat dit een ongebruikelijke omstandigheid is en dat we zonder daadwerkelijke testgegevens of ervaring tot op zekere hoogte een aanname doen.